Een zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken of 280 dagen, gerekend vanaf de eerste dag van je laatste regels. Hierbij wordt verondersteld dat de eisprong op de 14de dag van de cyclus plaatsvindt (met andere woorden, je hebt een normale cyclus). Er zijn echter slechts 4% vrouwen die precies bevallen op de dag die werd uitgerekend.
Tot 41 weken en 3 dagen spreken we van 'op tijd' bevallen.
Toch is het raadzaam om vanaf 41 weken wat meer te waken over jouw baby. Houd de kindsbewegingen goed in het oog (minstens 10 bewegingen per dag). Eventueel kan een cardiotocografie gebeuren (= het meten van de harttonen van de baby).
Het einde van een zwangerschap kan lastig zijn en de telefoontjes met de vraag 'Loop jij hier nu nog?' zijn enerverend. Probeer toch geduld op te brengen en laat je bevalling niet zomaar inleiden.
De gynaecoloog stelt een inleiding van de arbeid voor als hij/zij verwacht dat de situatie van je baby buiten de baarmoeder gunstiger zal zijn dan er binnen. De reden hiervoor kan zowel bij de baby als bij de moeder liggen.
Een inleiding kan, in sommige gevallen, meerdere dagen duren.
Veel voorkomende redenen voor een inleiding
- Over tijd zijn: tot maximaal 10 dagen is medisch verantwoord
- Langdurig gebroken vliezen: het breken van de vliezen is vaak het eerste teken van het begin van de bevalling. Als de vliezen langer dan 24 uur gebroken zijn, wordt gesproken van langdurig gebroken vliezen. Deze situatie brengt infectiegevaar voor zowel de baby als de baarmoeder. Daarom zal in dat geval je temperatuur geregeld gecontroleerd worden om eventuele koorts na te gaan. De gynaecoloog adviseert meestal een inleiding als er 24 uur na het breken van de vliezen nog steeds geen weeën zijn. Als de vliezen breken vóór de 37ste week van de zwangerschap en er zijn geen tekenen van infectie, wordt soms langer gewacht met de inleiding.
- Groeivertraging van de baby: als blijkt dat je baby onvoldoende groeit, zal het welzijn van de baby extra goed opgevolgd worden, onder meer door cardiotocografie (monitor van het hartje) en echografie. In geval van twijfel over het welzijn van je baby, kan beslist worden tot inleiden van de arbeid.
- Minder functioneren van de moederkoek: de baby krijgt voeding en zuurstof via de moederkoek. Onder andere bij een te hoge bloeddruk of bij suikerziekte tijdens de zwangerschap, kan de moederkoek minder goed gaan functioneren. Als het in dat geval voor de baby beter blijkt om geboren te worden, wordt overgegaan tot inleiding van de arbeid.
- Andere redenen voor een inleiding:
- Er zijn nog andere redenen mogelijk om een bevalling in te leiden. Deze kunnen te maken hebben met het verloop van een vorige bevalling of met andere bijkomende problemen tijdens de huidige zwangerschap.
- Een medisch verantwoorde inleiding heeft een medische reden: het is veiliger voor de baby en/of de moeder om de zwangerschap te beëindigen.
- Een inleiding kan ook om persoonlijke redenen gebeuren. Houd er wel rekening mee dat een ingeleide arbeid vaak langer duurt en pijnlijker wordt ervaren dan een natuurlijke arbeid.
Hoe verloopt een inleiding?
Bij het opstarten van de arbeid wordt eerst nagekeken hoe rijp de baarmoederhals is. Hierbij wordt beoordeeld of de baarmoederhals al open staat en verweekt is.
Als de baarmoederhals onvoldoende rijp is, wordt medicatie in de vagina ingebracht onder de vorm van een tablet of gel. Na inbreng van de medicatie wordt het welzijn van de baby gecontroleerd met een cardiotocograaf (voor het meten van de harttonen van de baby).
Als de baarmoederhals voldoende ontsloten is, kunnen de vliezen gebroken worden. Als de weeën na het breken van de vliezen onvoldoende sterk zijn, kunnen de weeën versterkt worden door het toedienen van medicatie via een druppelinfuus.
Bij een ingeleide bevalling wordt niet standaard een lavement gegeven (enkel indien je hier zelf om vraagt).