Oogdruppels toedienen

1. Was je handen.
2. Neem het flesje druppels of de tube zalf in je hand alsof je een pen vasthoudt.
3. Buig je hoofd achterover en trek met de andere hand het onderste ooglid naar beneden en kijk wat omhoog.
4. Laat 1 druppel vallen tussen het ooglid en de oogbol, ZONDER met het flesje het oog aan te raken. Bij zalf laat je een streepje zalf van ongeveer één centimeter in het onderste ooglid vallen.
5. Bij twijfel of de druppel wel degelijk in het oog kwam, mag je een tweede keer druppelen.
6. Sluit je oog, maar knijp het niet dicht.
7. Eventueel druk je met jouw vinger op de ooghoek aan de neuszijde gedurende 1 minuut. Zo druk je het traankanaal dicht en heeft de druppel voldoende tijd om in het oog te dringen.

Let op

• Zowel druppels als zalf zijn na opening beperkt houdbaar. Meestal is dit slechts 1 maand. Het is raadzaam om de datum van opening te noteren op het flesje of de tube, een maand is snel voorbij.
• Bewaar druppels en zalf op een propere, koele en donkere plaats.
• Als je meerdere soorten oogdruppels moet gebruiken, laat dan minimum 5 minuten tussen de verschillende soorten.
• Als je zowel oogdruppels als zalf moet gebruiken, gebruik dan de zalf als laatste.