Wanneer de behandelingen afgerond zijn, moet je zelf het initiatief nemen om verdere opvolging te plannen. Je kan zelf kiezen of je deze opvolging bij de borstspecialist of bij de oncoloog inplant.
Het standaard opvolgschema bestaat uit volgende controleraadplegingen:
- Jaar 1-2 na behandeling: om de 3 tot 4 maanden
- Jaar 3-5 na behandeling: om de 6 maanden
- > 5 jaar na behandeling: jaarlijks
Vooraleer je naar de controleraadpleging komt, moet je eerst bij je huisarts een bloedafname laten uitvoeren. Je brengt de resultaten mee naar de raadpleging. De huisarts moet bij de bloedafname telkens de tumormarker (CA15.3) en de leverfunctie controleren. Tijdens de controleraadpleging in het ziekenhuis zal je arts de resultaten van de bloedafname met jou bespreken. Tijdens de consultatie zal de arts een klinisch onderzoek uitvoeren en informeren naar specifieke klachten.
Jaarlijks wordt een mammografie en/of echografie uitgevoerd. Soms kan je arts beslissen bijkomend een NMR van de borsten te laten uitvoeren, maar dit is geen standaard onderzoek. Bij een normale tumormarker en afwezigheid van klachten worden geen andere radiologische onderzoeken of botscan uitgevoerd, tenzij dit op raadpleging anders werd besproken.
Als er vragen zouden zijn over erfelijkheid of de mogelijkheid voor een genetisch of erfelijkheidsonderzoek; dan kan je dit gerust aan de arts vragen op een opvolgingsraadpleging. Een erfelijkheidsonderzoek kan in bepaalde gevallen aangewezen zijn en je kan met je arts overleggen of een raadpleging genetica is aangewezen.