Ingesloten hoektanden
De definitieve hoektanden worden zichtbaar in de mond rond de leeftijd van 10-12 jaar. Dit wordt ook wel ‘doorbreken’ genoemd. Het moment van doorbreken kan verschillen van persoon tot persoon.
In sommige gevallen breekt de hoektand niet door en blijft hij verborgen in het kaakbot. Dit is meestal het gevolg van een verkeerde positie van de tand in het bot. Dit zien we voornamelijk in de bovenkaak, maar het kan ook in de onderkaak voorkomen.
Je zal meestal het advies krijgen om de hoektanden in de tandenrij te laten plaatsen. Hoektanden zijn immers zeer belangrijk voor de functie van het gebit. Daarnaast kan een niet-doorgebroken hoektand ook andere tanden beschadigen.
Om de hoektand in de tandenrij te brengen, moet hij met een chirurgische ingreep worden vrijgemaakt. Daarna kan de orthodontist met een uitneembare beugel of met vaste apparatuur (‘blokjes’) de hoektand op zijn gewenste plaats in de tandenboog brengen.
Het tijdstip waarop dit gebeurt wordt bepaald in samenspraak met de behandelende orthodontist. Bij voorkeur is dit op de leeftijd tussen 10 en 14 jaar. Deze ingreep wordt uitgevoerd door een Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurg, die in samenwerking met de orthodontist een behandelplan opstelt.
Voorbereiding
Vóór de ingreep heb je een gesprek met de chirurg om volgende zaken te bespreken:
- Je algemene gezondheidstoestand, bezorgdheden en verwachtingen.
- (Indien van toepassing) De medicatie die je regelmatig neemt. Breng een overzicht van je medicatie mee naar de raadpleging bij de chirurg.
- Het verloop van de ingreep, mogelijke bijwerkingen of complicaties en de nazorg.
De chirurg bepaalt de exacte positie van de ingesloten tand in het kaakbot aan de hand van een mondonderzoek en bijkomende 3-dimensionale scan (Cone Beam-CT). Op die manier stelt hij/zij ook de meest veilige toegangsweg voor het vrijleggen van de tand vast. De tand kan namelijk zowel aan de buitenkant als de binnenkant van de tandenboog liggen. Afhankelijk daarvan, zal de arts de tand op een andere manier benaderen.
Nadat de precieze positie van de tand bepaald is, bespreekt de chirurg met de orthodontist de beste behandelstrategie. Soms is het belangrijk om eerst ruimte te maken voor de hoektand door middel van een orthodontische voorbehandeling. In andere gevallen wordt er beslist om te starten met het chirurgisch vrijmaken van de tand.
De ingreep kan plaatsvinden onder volledige of plaatselijke verdoving. Je kan dit samen met je arts beslissen.
De ingreep
Verdoving
De keuze voor plaatselijke of volledige verdoving hangt af van de omvang van de ingreep, je leeftijd en je voorkeur. Bij een volledige verdoving moet je 6 uur vóór de ingreep nuchter zijn, dit wil zeggen niet eten, drinken of roken. Daarnaast moet je jouw tanden gepoetst hebben om het infectierisico te beperken. In het operatiekwartier krijg je via een infuus medicatie toegediend, waarna de chirurg de ingreep uitvoert.
Verloop
De chirurg maakt eerst een tandvleeslapje ter hoogte van de ingesloten tand. Vervolgens wordt het bot rondom de tand verwijderd zodat de tandkroon zichtbaar wordt. Daarna wordt een blokje met een kettinkje aan de tand vastgemaakt. Via dit kettinkje wordt de tand in de tandenboog begeleid.
Dit kettinkje wordt met hechtdraad vastgemaakt aan de orthodontische draad.
Soms gebeurt het dat deze hechting lost en het kettinkje los in de mond hangt. Dit is helemaal niet erg. Neem dan gerust contact op met de behandelende arts of orthodontist om het kettinkje terug vast te hangen.
Het tandvlees wordt gehecht met oplosbare hechtdraad. Ten slotte wordt de tand bedekt met een wondverband. Laat dit verband ter plaatse gedurende maximaal 14 dagen of tot je volgende raadpleging bij de orthodontist.
Na de ingreep
Bij een ingreep onder volledige verdoving ontwaak je op de recoveryafdeling. Daar blijf je ter observatie gedurende 2 tot 3 uur. Indien je koos voor een lokale verdoving, mag je direct na de ingreep naar huis.
Nazorg
- Het is normaal dat een zwelling optreedt na een ingreep. Dit is een natuurlijke reactie van het lichaam. De zwelling neemt toe tot en met dag 3 na de ingreep en zal daarna afnemen. Je kan de zwelling beperken door de behandelde regio te koelen met een ijszak gedurende de eerste dagen.
- Neem indien nodig de voorgeschreven pijnstillers. Meestal is dit paracetamol 500mg (1 tablet, 4 keer per dag) en/of ibuprofen 400mg (1 tablet, 3 keer per dag). Volg steeds het advies van de (tand)arts, hij/zij weet welke medicatie voor jou aangewezen is.
- Antibiotica kunnen eventueel nodig zijn. Volg ook hierbij steeds de aanwijzingen van je arts.
- De eerste 24 uur mag je de mond niet spoelen. Dit maakt de pas gevormde bloedklonter los en kan een nabloeding veroorzaken. Rustig drinken van koude of lauwe (géén warme) dranken mag wel.
- Je arts kan in bepaalde gevallen een antibacterieel mondspoelmiddel voorschrijven. Ook dit mag je niet gebruiken gedurende de eerste 24u.
- De eerste dagen kan het wat lastiger zijn om de tanden te poetsen door pijn en/of zwelling. Maar het is belangrijk om tweemaal daags te poetsen. Zo blijft het aantal bacteriën laag en verminder je het risico op een infectie. Poets de geopereerde regio echter wel voorzichtig.
- Vermijd roken gedurende de week voor en de week na de ingreep. Roken verhoogt de kans op een ontsteking en verlaagt het slaagpercentage van de ingreep.
- Je mag na de ingreep normaal eten en drinken wanneer dit lukt (let op: gebruik geen hete voeding of drank de eerste dag). De meeste mensen geven echter de voorkeur aan zachte voeding de eerste paar dagen omwille van het comfort.
Complicaties
Complicaties zijn lastige nevenwerkingen die de genezing vertragen en/of bijkomend ongemak veroorzaken. Het kan gaan om:
- Nabloeding
Wanneer de behandelde zone nabloedt, plaats dan een dubbelgevouwen gaas (of een schone stoffen zakdoek) over de wonde en bijt sterk toe zodat er voldoende druk wordt gezet op de wonde (let op: niet deppen of vegen!). Doe dit ononderbroken gedurende minstens 45 minuten. Wanneer je dit te kort of onderbroken doet, omdat je bijvoorbeeld wilt kijken of het nog bloedt, dan werkt dit meestal averechts omdat je dan steeds een fragiel bloedklontertje lostrekt. Geef je lichaam tijd om een goede klonter te vormen.
- Infectie
Hoewel de kans op infecties klein is, kan een infectie steeds optreden. Wanneer je onderstaande klachten hebt, neem je best contact op met de dienst Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie (052 25 27 00):- een blijvende zwelling (langer dan 4 dagen) die niet afneemt of terug toeneemt
- koorts (meer dan 38,5°C)
- pijn die, na beterschap, terug toeneemt
- aanhoudende pijn ondanks het correct gebruik van de aanbevolen pijnstillers
Wanneer neem je best contact op?
Hoewel het vrijleggen van hoektanden een ingreep is die regelmatig wordt uitgevoerd, kunnen complicaties optreden. De meest voorkomende zijn infectie en bloeding.
Neem contact op met het ziekenhuis in de volgende situaties:
- De nabloeding stopt niet of begint na 24 uur terug ondanks de eerder genoemde maatregelen om het bloeden te verhelpen.
- De (pijn-)klachten verergeren na 3 tot 4 dagen.
- Bij een uitgesproken en pijnlijke zwelling
- Wanneer je de mond moeilijk kan openen
- Bij een slechte smaak in de mond 4 dagen na de ingreep.
- Bij koorts (meer dan 38,5°C)