Wat en wanneer?
Na verwijdering of verlies van een tand in de bovenkaak, gaat het kaakbot (‘tandkam’) op die plaats slinken (‘resorptie’). Dit is een natuurlijk proces dat bij iedereen optreedt. De mate waarin het kaakbot slinkt, verschilt echter van persoon tot persoon. Ook de situatie waarin de tand verloren ging, is belangrijk. Bij een ontsteking of ongeval bijvoorbeeld, is de resorptie ernstiger.
Wanneer een verloren tand vervangen zal worden door een implantaat, moet er voldoende bot aanwezig zijn om dat implantaat in te kunnen plaatsen. Wanneer dit niet zo is, moeten we extra bot bijplaatsen. Dit bot is meestal lichaamseigen, maar soms kunnen we ook kunstbot gebruiken. Deze ingreep is nodig om een lage tandkam breder en/of hoger te maken.
Ondanks het feit dat deze ingreep goed ingeburgerd is, kan succes nooit gegarandeerd worden. Het welslagen hangt voornamelijk af van hoe en hoe snel het lichaam het nieuwe bot omvormt tot ‘eigen’ bot. Dit is dus voor elke patiënt verschillend.
Afhankelijk van de grootte van de opbouw kan de ingreep plaatsvinden onder plaatselijke of volledige verdoving. Deze keuze wordt gemaakt na overleg tussen jou en je behandelend arts.
Nazorg
- Het is normaal dat een zwelling optreedt na een ingreep. Dit is een natuurlijke reactie van het lichaam. De zwelling neemt toe tot en met dag 3 na de ingreep en zal daarna afnemen. Je kan de zwelling beperken door de behandelde regio te koelen met een ijszak gedurende de eerste dagen.
- Neem indien nodig de voorgeschreven pijnstillers. Meestal is dit paracetamol 1g (1 tablet, 4 keer per dag) en/of ibuprofen 600mg (1 tablet, 3 keer per dag). Volg steeds het advies van de (tand)arts, hij/zij weet welke medicatie voor je aangewezen is.
- Antibiotica kunnen eventueel nodig zijn. Volg ook hierbij steeds de aanwijzingen van je arts.
- De eerste 24 uur mag je de mond niet spoelen. Dit maakt de pas gevormde bloedklonter los en kan een nabloeding veroorzaken. Rustig drinken van koude of lauwe (géén warme) dranken mag wel.
- Je arts kan in bepaalde gevallen een antibacterieel mondspoelmiddel voorschrijven. Ook dit mag je niet gebruiken gedurende de eerste 24u.
- De eerste dagen kan het wat lastiger zijn om de tanden te poetsen door pijn en/of zwelling. Maar het is belangrijk om tweemaal daags te poetsen. Zo blijft het aantal bacteriën laag en verminder je het risico op een infectie. Poets de geopereerde regio echter wel voorzichtig.
- Vermijd roken gedurende de week voor en de week na de ingreep. Roken verhoogt de kans op een ontsteking en verlaagt het slaagpercentage van de ingreep.
- Je mag na de ingreep normaal eten en drinken wanneer dit lukt (let op: gebruik geen hete voeding of drank de eerste dag). De meeste mensen geven echter de voorkeur aan zachte voeding de eerste paar dagen omwille van het comfort.
- Gezien we het sinusmembraan verhoogt hebben, mag je de eerste 3 weken na de ingreep de neus niet snuiten om overdadige druk op de operatiezone te vermijden.
- Gebruik Sterimar of Nesivine bij een verkoudheid.
Complicaties
Complicaties zijn lastige nevenwerkingen die de genezing vertragen en/of bijkomend ongemak veroorzaken. Het kan gaan om:
- Nabloeding
Wanneer de behandelde zone nabloedt, plaats dan een dubbelgevouwen gaas (of een schone stoffen zakdoek) over de wonde en bijt sterk toe zodat er voldoende druk wordt gezet op de wonde (let op: niet deppen of vegen!). Doe dit ononderbroken gedurende minstens 45 minuten. Wanneer je dit te kort of onderbroken doet, omdat je bijvoorbeeld wilt kijken of het nog bloedt, dan werkt dit meestal averechts omdat je dan steeds een fragiel bloedklontertje lostrekt. Geef je lichaam tijd om een goede klonter te vormen.
- Infectie
Hoewel de kans op infecties klein is, kan een infectie steeds optreden. Wanneer je onderstaande klachten hebt, neem je best contact op met de dienst Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie (052 25 27 00):- een blijvende zwelling (langer dan 4 dagen) die niet afneemt of terug toeneemt
- koorts (meer dan 38,5°C)
- pijn die, na beterschap, terug toeneemt
- aanhoudende pijn ondanks het correct gebruik van de aanbevolen pijnstillers
- Bloed uit de neus
Na een sinuslift is het normaal dat er de eerste week af en toe bloedverlies uit de neus is. Het is bloed afkomstig uit de geopereerde sinus, dat in de neus terechtkomt. Je hoeft je hierover geen zorgen te maken. Het bloedverlies stopt spontaan.
- Falen van de sinuslift
Dit kan gebeuren als gevolg van een infectie, maar ook zonder een aanwijsbare oorzaak. Dit falen wordt vastgesteld tijdens de controle 3 maanden na de ingreep. Een gedeeltelijke faling, waarbij 1 stukje van de opbouw toch niet ingegroeid zou zijn, kan opgelost worden.