Ontsteking aan de wortelpunt
Een ontsteking aan de wortelpunt ontstaat vaak door een gaatje in een tand. Wanneer dit enige tijd onbehandeld blijft, kunnen de bacteriën zich tot in de tandzenuw verspreiden en zo een ontsteking veroorzaken.
Dit wordt behandeld door een wortelkanaalbehandeling bij de tandarts. Van tijd tot tijd komt het echter voor dat, ondanks een goede wortelkanaalbehandeling, er toch nog bacteriën achterblijven ter hoogte van de wortelpunt en een chronische ontsteking ontstaat. Een chirurgische ingreep bij de MKA-arts is dan nodig.
Voorbereiding
Vóór de ingreep heb je een gesprek met de chirurg om volgende zaken te bespreken:
- Je algemene gezondheidstoestand, bezorgdheden en verwachtingen.
- (Indien van toepassing) De medicatie die je regelmatig neemt. Breng een overzicht van je medicatie mee naar de raadpleging bij de chirurg.
- Het verloop van de ingreep, mogelijke bijwerkingen of complicaties en de nazorg.
De chirurg bepaalt de exacte toestand van de tand aan de hand van een mondonderzoek en vaak een bijkomende 3-dimensionale beeldvorming (Cone Beam-CT). Op die manier stelt hij/zij ook de beste benaderingswijze vast.
De ingreep
De chirurg maakt eerst een tandvleeslapje ter hoogte van de te behandelen tand. Vervolgens wordt een gaatje gemaakt in de kaak ter hoogte van de ontsteking. Wanneer de wortelpunt in beeld komt, wordt alle ontstekingsweefsel rondom de wortelpunt verwijderd. Het puntje van de tandwortel wordt ingekort en er wordt eventueel nog een vulling aangebracht om het wortelkanaal definitief af te sluiten.
Nazorg
- Het is normaal dat een zwelling optreedt na een ingreep. Dit is een natuurlijke reactie van het lichaam. De zwelling neemt toe tot en met dag 3 na de ingreep en zal daarna afnemen. Je kan de zwelling beperken door de behandelde regio te koelen met een ijszak gedurende de eerste dagen.
- Neem indien nodig de voorgeschreven pijnstillers. Meestal is dit paracetamol 1g (1 tablet, 4 keer per dag) en/of ibuprofen 600mg (1 tablet, 3 keer per dag). Volg steeds het advies van de (tand)arts, hij/zij weet welke medicatie voor je aangewezen is.
- Antibiotica kunnen eventueel nodig zijn. Volg hierbij ook steeds de aanwijzingen van je arts.
- De eerste 24 uur mag je de mond niet spoelen. Dit maakt de pas gevormde bloedklonter los en kan een nabloeding veroorzaken. Rustig drinken van koude of lauwe (géén warme) dranken mag wel.
- Je arts kan in bepaalde gevallen een antibacterieel mondspoelmiddel voorschrijven. Ook dit mag je niet gebruiken gedurende de eerste 24u.
- De eerste dagen kan het wat lastiger zijn om de tanden te poetsen door pijn en/of zwelling. Maar het is belangrijk om tweemaal daags te poetsen. Zo blijft het aantal bacteriën laag en verminder je het risico op een infectie. Poets de geopereerde regio echter wel voorzichtig.
- Vermijd roken gedurende de week voor en de week na de ingreep. Roken verhoogt de kans op een ontsteking en verlaagt het slaagpercentage van de ingreep.
- Je mag na de ingreep normaal eten en drinken wanneer dit lukt (let op: gebruik geen hete voeding of drank de eerste dag). De meeste mensen geven echter de voorkeur aan zachte voeding de eerste paar dagen omwille van het comfort.
Complicaties
Complicaties zijn lastige nevenwerkingen die de genezing vertragen en/of bijkomend ongemak veroorzaken. Het kan gaan om:
- Nabloeding
Wanneer de behandelde zone nabloedt, plaats dan een dubbelgevouwen gaas (of een schone stoffen zakdoek) over de wonde en bijt sterk toe zodat er voldoende druk wordt gezet op de wonde (let op: niet deppen of vegen!). Doe dit ononderbroken gedurende minstens 45 minuten. Wanneer je dit te kort of onderbroken doet, omdat je bijvoorbeeld wilt kijken of het nog bloedt, dan werkt dit meestal averechts omdat je dan steeds een fragiel bloedklontertje lostrekt. Geef je lichaam tijd om een goede klonter te vormen.
- Infectie
Hoewel de kans op infecties klein is, kan een infectie steeds optreden. Wanneer je onderstaande klachten hebt, neem je best contact op met de dienst Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie (052 25 27 00):- een blijvende zwelling (langer dan 4 dagen) die niet afneemt of terug toeneemt
- koorts (meer dan 38,5°C)
- pijn die, na beterschap, terug toeneemt
- aanhoudende pijn ondanks het correct gebruik van de aanbevolen pijnstillers