Rechten en waarden

Rechten van de patiënt

Tijdens uw behandeling in het ziekenhuis komt u in contact met verschillende zorgverleners. U mag van hen verwachten dat zij hun best doen om u een deskundige behandeling en een goede verzorging te geven. 
De rechten van patiënten met betrekking tot hun zorg zijn in ons land wettelijk vastgelegd sinds 2002. 
Onze zorgverleners verwachten echter ook het één en ander van u. Om de best mogelijke medische zorg te verkrijgen, is het immers ook nodig dat u zich als patiënt aan enkele afspraken houdt. 

Hieronder vindt u de samengevatte rechten en de plichten van de patiënt.
Meer info vindt u in onze rechten- en plichtenfolder of op de website van het Vlaams Patiëntenplatform

U kan ook een vertrouwenspersoon aanstellen om u bij te staan. Als u zelf niet meer in staat bent om uw rechten uit te oefenen, kan uw vertegenwoordiger dat doen. Lees hier meer info.

Rechten - wat mag u van ons verwachten

  • het recht op kwaliteitsvolle dienstverlening en, zo gewenst, op deelname aan het zorgproces (lees meer)
  • het recht op vrije keuze van de beroepsbeoefenaar, alsook het recht op een 'second opinion' (mening van een andere arts, in az Sint-Blasius of elders) 
  • het recht op informatie over uw gezondheidstoestand
  • het recht op vrij toestemmen in een behandeling of ingreep, na voorafgaande informatie
  • rechten i.v.m. een zorgvuldig bijgehouden patiëntendossier, met mogelijkheid tot inzage en afschrift (zie verder)
  • het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (privacy) (lees meer)  
    Let wel: respect voor iemands privacy geldt zowel van zorgverlener naar patiënt als omgekeerd
  • het recht het neerleggen van een klacht / klachtenbemiddeling bij de ombudsdienst
  • het recht op de nodige pijnbestrijding (meer info in onze pijnbrochure)

Plichten - wat vragen wij aan u als patiënt

  • u geeft de juiste informatie over uw identiteit
  • u verleent uw medewerking (aan zorgverleners en aan uw behandeling)
  • u respecteert de zorgverleners
  • u behandelt materialen met zorg
  • u betaalt voor uw behandeling
  • u leeft de ziekenhuisregels na (bv. bezoekuren, rookverbod, ...)
  • u respecteert de privacy van de zorgverleners (arts, verpleegkundige, ...) en andere patiënten: 
    - opnames maken van zorgverleners mag alleen wanneer zij hier uitdrukkelijk toestemming voor geven; 
    - opnames maken van andere patiënten mag nooit.

Inkijk voor zorgverleners in uw patiëntendossier

az Sint-Blasius werkt met één centraal dossier per patiënt, over alle specialisaties heen. Dit dossier is volledig elektronisch en bevat gegevens van artsen, verpleegkundigen en paramedici (sociaal werker, kinesisten, psychologen…). Het vergemakkelijkt de communicatie tussen de verschillende zorgverleners die samen voor uw zorg instaan.
Het dossier wordt ook gedeeld met uw huisarts en, in bepaalde gevallen, met andere ziekenhuizen. Zo draagt het patiëntendossier bij tot een veilige, kwaliteitsvolle en effectieve zorg.
Klik hier voor meer info.

Zelf uw patiëntendossier inkijken (papieren versie)

In bepaalde omstandigheden kan u inzage krijgen in uw patiëntendossier of een kopie ervan laten maken. De wet van 2002 heeft precies geregeld onder welke voorwaarden dit kan. 

Neem hiervoor contact op de ombudsdienst:
052 25 28 68   -    ombudsdienst(at)azsintblasius.be

Inzage in het patiëntendossier van een overleden patiënt

In bepaalde omstandigheden kan een zorgverlener (bv uw huisarts) inzage krijgen  in het patiëntendossier van uw overleden familielid.

Voor meer info kan hij/zij zich wenden tot mevr. Katrien Boodts:

Zelf uw patiëntendossier inkijken (elektronische versie)

U kan uw patiëntendossier ook (gedeeltelijk) inkijken via internet. Alle info vindt u op deze pagina.

Centrale aansprakelijkheid - verzekeringsaansprakelijkheid

az Sint-Blasius is aansprakelijk voor alle beroepsbeoefenaars die in het ziekenhuis werken. Dit wordt de 'centrale aansprakelijkheid' of 'verzekeringsaansprakelijkheid' van het ziekenhuis genoemd. Dit betekent dat u een klacht tegen een beroepsbeoefenaar kan indienen bij één centraal punt, namelijk de ombudsdienst van het ziekenhuis.
Het ziekenhuis waarborgt ook de vergunningsstatus van het artsenkorps.

Bescherming en beveiliging van persoonsgegevens

Heeft u vragen over ons privacybeleid of over de wijze waarop het ziekenhuis als verwerkingsverantwoordelijke uw persoonsgegevens verzamelt, gebruikt of verwerkt?
Contacteer onze functionaris voor gegevensbescherming (DPO)

klik hier voor uitgebreide info over ons beleid met betrekking tot bescherming en beveiliging van persoonsgegevens. 

Aanduiden van een vertegenwoordiger of vertrouwenspersoon

Op de website van de federale overheidsdienst volksgezondheid kan u volgende formulieren downloaden.

Elke patiënt kan een vertrouwenspersoon aanduiden.
Een vertrouwenspersoon staat een wilsbekwame patiënt bij (de patiënt kan nog volledig zelfstandig zijn rechten uitoefenen). De vertrouwenspersoon kan ook zonder de aanwezigheid van de patiënt een aantal rechten uitoefenen.

De patiënt moet vóór zijn wilsonbekwaamheid een vertegenwoordiger aanduiden. De vertegenwoordiger treedt op namens de patiënt wanneer de patiënt zelf niet in staat is om zijn rechten uit te oefenen.

https://www.health.belgium.be/nl/formulier-aanwijzing-vertegenwoordiger

Ombudsdienst

Uw beoordeling en suggesties zijn belangrijk voor ons

Om onze dienstverlening voortdurend te verbeteren, vernemen wij graag hoe uw ervaringen als patiënt in ons ziekenhuis geweest zijn.
Daarom vragen wij u om op het einde van uw opname een beoordelingsblad in te vullen (download pdf).
Het beoordelingsblad krijgt u als patiënt in ons ziekenhuis ook als bijlage aan onze onthaalbrochure of op verzoek bij de onthaalmedewerkers. Na invulling kan u het formulier afgeven aan de verpleegpost, aan de dienst onthaal, per post opsturen of als ingescand document doormailen (zie hieronder voor contactinfo van de ombudsdienst). Alle gegevens worden vertrouwelijk behandeld.

Wij zetten ons elke dag in om alle patiënten een zo goed mogelijk verblijf te geven. Toch is het mogelijk dat u over bepaalde aspecten van onze patiëntenzorg niet tevreden bent. Het spreekt vanzelf dat u eventuele problemen best meteen zelf bespreekt met de betrokken arts, hoofdverpleegkundige of diensthoofd. Indien u met de betrokken persoon geen oplossing vindt, kan u als patiënt, familie, bezoeker of huisarts terecht bij de ombudsdienst. De ombudspersoon bemiddelt en zorgt voor een klantvriendelijke klachtenbehandeling, onder andere bij 

  • vragen n.a.v. uw bezoek of behandeling in ons ziekenhuis
  • het formuleren van suggesties, bemerkingen, klachten
  • vragen met betrekking tot de patiëntenrechten in az Sint-Blasius.

De ombudspersoon informeert u voor en na de behandeling van uw klacht en probeert op een constructieve manier samen met u en de betrokken medewerkers tot een antwoord, oplossing of consensus te komen.

Ook wanneer u als patiënt, familielid of medewerker suggesties voor ons, over de kwaliteit van onze zorg, over onze dienstverlening of over patiëntveiligheid? Of heeft u tijdens uw verblijf in het ziekenhuis iets gezien of ervaren, waarover u bezorgd bent?
Meld het ons via mail ombudsdienst(at)azsintblasius.be of via het webformulier (zie contactinfo van de ombudsdienst hieronder).

Klik hier voor het volledig huishoudelijk reglement van de ombudsdienst.

Een gedetailleerd ziekenhuisreglement kan u aan de dienst onthaal inkijken (zowel op campus Dendermonde als campus Zele).

 

 

Contactgegevens ombudsdienst 

U kan uw vragen, klachten of suggesties voorleggen via brief, e-mail, telefoon of tijdens een persoonlijk gesprek.
De ombudsdienst is bereikbaar

De ombudspersoon van az Sint-Blasius is bereikbaar op

 

  • maandag van 8.15 tot 12.15 uur
    dinsdag van 8.15 tot 12.15 uur
    woensdag van 8.15 tot 16.30 uur
    donderdag van 12.15 tot 16.30 uur
    vrijdag van 8.15 tot 16.30 uur
  • op campus Dendermonde (meld u aan bij de onthaalbalie, route 1) 
  • per post: 
    az Sint-Blasius tav Ombudsdienst 
    Kroonveldlaan 50, 9200 Dendermonde

Ethische zorg

Kwalitatieve zorg betekent dat de zorg ook ethisch weloverwogen en doordacht is.
In az Sint-Blasius hechten wij het grootste belang aan het ethische karakter van onze zorg.

Indien u vragen heeft over ethische aspecten van de zorg, kan u ze stellen aan uw behandelende arts en/of aan de Commissie voor Medische Ethiek. 
Hieronder vindt u meer info over onze visie en beleid wat betreft ethische aspecten van zorg.

Palliatieve zorg

Met palliatieve zorg bedoelen we de zorg voor mensen die zich in de laatste fase van een ongeneeslijke ziekte bevinden. Het ziekenhuis beschikt over een palliatieve verblijfseenheid en over een palliatief support team.

Beslissingen met betrekking tot het levenseinde

az Sint-Blasius wil de wens van de patiënt m.b.t. de zorg bij een eventueel levenseinde kennen en, binnen de wettelijke context, respecteren. De wil van de patiënt kan betrekking hebben op het (al dan niet) gewenst niveau van zorg, op euthanasie, op orgaandonatie (zie verder), edm.

Indien u een vraag heeft m.b.t. het levenseinde kan u terecht bij uw (huis)arts of bij het Palliatief Support Team.

Het ziekenhuis past volledig de Belgische wetgeving toe. 
Voor informatie verwijzen we u naar 

Hebt u concrete vragen, aarzel niet om ze te stellen aan uw behandelende arts.

Fixatie

Met fixatie bedoelen we het beperken van de bewegingsvrijheid van een patiënt door bv. het gebruik van pols- en enkelbanden, het gebruik van bedhekken, enzv...

Fixatie is onprettig voor de patiënt. In az Sint-Blasius willen we het zoveel mogelijk vermijden.

  • We zien fixatie als preventiemaatregel ten aanzien van onaanvaardbare risico' s voor de veiligheid van de patiënt en/of de omgeving.
  • Ook kan fixatie aangewend worden om een levensnoodzakelijke behandeling mogelijk te maken bij een wilsonbekwame patiënt of om te voorkomen dat patiënten leidingen en buisjes verwijderen die een therapeutisch doel hebben: infuusleidingen, voedingssondes, blaaskatheters, zuurstofleidingen, …  
  • Fixatie is geen efficiënt middel ter preventie van vallen en zal bijgevolg niet aangewend worden enkel en alleen om vallen te vermijden.

Om fixatie bij verwarde patiënten met wegloopgedrag zoveel mogelijk te beperken werd in 2014 een dwaaldetectiesysteem in gebruik genomen. Bij dit systeem wordt een armbandje bij de patiënt aangebracht en worden de verpleegkundigen gealarmeerd op het ogenblik dat de patiënt ongewenst de afdeling verlaat. 

Tijdens een periode van fixatie is er verhoogd toezicht door de verpleegkundigen.Wanneer fixatie gebruikt wordt, zullen we patiënt en/of familie informeren. De procedure voorziet dat de verpleegkundige aan de patiënt of zijn vertegenwoordiger uitleg geeft over

  • waarom de fixatie noodzakelijk is
  • wat de verschillende keuzemogelijkheden zijn
  • wat de gevolgen ervan zijn.

De patiënt/zijn vertegenwoordiger moet hiervoor de toestemming geven. De wilsbekwame patiënt kan op elk ogenblik zijn toestemming intrekken.

In urgente situaties is er geen tijd om toestemming te vragen en kan de verpleegkundige zelfstandig beslissen om over te gaan tot fixatie. De verpleegkundige moet daarna wel zo snel mogelijk de arts én de familie informeren.
De patiënt en/of familieleden ontvangen ook extra informatie en toelichting via onze brochure over fysieke fixatie.

De noodzaak tot fixatie wordt dagelijks multidisciplinair beoordeeld.

Hebt u vragen, aarzel niet om ze te stellen aan de behandelende arts en/of een verpleegkundige.

Isolatie

Isolatie van een patiënt wordt overwogen in twee verschillende situaties.
Enerzijds kan het gaan om het afzonderen van een patiënt in een isoleercel of een time-out ruimte. In az Sint-Blasius zien we dit als een noodmaatregel die enkel in uitzonderlijke situaties gebruikt wordt op spoed en op de A-dienst (psychiatrische verblijfsafdeling), en die een adequate behandeling onder continu toezicht moet mogelijk maken.
De essentie van de genomen maatregelen is het voortdurende toezicht.
In die zin is “isolatie” een slechte benaming. Bedoeling is immers om de patiënt midden tussen het verpleegkundig team te plaatsen in veilige omstandigheden, zodat hij de klok rond kan geobserveerd worden.

Indien u als patiënt of familielid hierover vragen heeft, aarzel dan niet de behandelende arts of een verpleegkundige aan te spreken.


Anderzijds kan isolatie ook betekenen dat we voorzorgen nemen bij een patiënt die besmet is, om de patiënt zelf, de medepatiënten en bezoekers te beschermen.
Zo zal de besmette patiënt die op een tweepersoonskamer verblijft overgebracht worden naar een eenpersoonskamer, blijft de deur van deze kamer gesloten, wordt de omgeving van de patiënt dagelijks gereinigd, edm. 
De procedure voorziet dat patiënt en familie of bezoekers duidelijke informatie krijgen over de voorzorgsmaatregelen die zij zelf dienen te nemen en die het personeel neemt.

Spreek uw arts of verpleegkundige zeker aan indien u hierover vragen zou hebben.

Dwangmedicatie

Met dwangmedicatie bedoelen we het toedienen van medicatie (vb. kalmeermiddelen) tegen de zin van de patiënt, om de situatie voor de patiënt en zijn omgeving haalbaar te maken. Deze maatregel wordt slechts in zeer uitzonderlijke situaties genomen.
Hebt u vragen, aarzel niet om ze te stellen aan de behandelende arts en/of een verpleegkundige.

Orgaandonatie

Orgaandonatie is de eerste stap in het transplantatiegebeuren.
Orgaandonatie wordt geregeld door de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen. Het AZ Sint-Blasius volgt deze wetgeving, en is door de overheid erkend als centrum met lokale orgaandonatie coördinatie. Het ziekenhuis verstrekt informatie aan patiënten en bezoekers over orgaandonatie, zonder evenwel druk te creëren om organen af te staan voor transplantatie.

Het AZ Sint-Blasius werkt voor orgaandonatie samen met het Universitair Ziekenhuis Leuven en het Universitair Ziekenhuis Gent. In ons centrum gaat het enkel om donatie bij overleden donoren. Voor donatie door levende donoren verwijzen we u naar de universitaire transplantatiecentra.
De religieuze en culturele waarden rond orgaandonatie worden steeds gerespecteerd. Het ziekenhuis waakt erover dat er geldige toestemming wordt verkregen vooraleer tot orgaandonatie kan worden overgegaan.

Coördinatoren multidisciplinair team orgaandonatie:

Voor meer informatie verwijzen we u naar de website van de Belgische overheid: 

Heupkopdonatie

Als u een heupprothese krijgt, vervangt de chirurg uw heupkop door een prothese.
Maar wist u dat uw oude heup nog van nut kan zijn voor andere patiënten?
Door ziekte, ongeval of slijtage kan het noodzakelijk zijn om ziek of verloren gegaan botweefsel te vervangen door donorbotweefsel. Het grote voordeel van menselijk donorbot is dat het lichaam dit op natuurlijke wijze accepteert en hiermee de groei van nieuw eigen bot stimuleert. Uw bot kan dus gebruikt worden voor de operatie van andere patiënten.
De afdeling orthopedie van het az Sint-Blasius werkt mee aan het project voor heupkopdonatie van de Universitaire Ziekenhuizen van Leuven. Tijdens de operatie wordt uw versleten heupkop verwijderd. Deze heupkop bevat nog voldoende bot om er kleine stukjes (botgreffen) van te maken. Deze botgreffen kunnen na reiniging en sterilisatie gebruikt worden bij andere patiënten die te weinig bot hebben.

Hoe kan u meedoen?
Uw orthopedist zal, indien hij u geschikt vindt om te doneren, vragen of u daaraan wil meewerken. Dan vult u samen met hem een vragenlijst in over uw medische geschiedenis en sociale achtergrond. Deze vragen zijn nodig omdat het voor de patiënt die uw bot ontvangt heel belangrijk is dat het bot veilig is.
Wie uiteindelijk de ontvanger is van uw heup, krijgt u niet te horen. Uw gegevens én de gegevens van de ontvanger blijven geheim. Het az Sint-Blasius zorgt ervoor dat de kwaliteit en traceerbaarheid in orde zijn, conform de eisen die door de wet gesteld worden.

Het doneren van botgreffen is volledig kosteloos; er is geen vergoeding.

Meer info bij dr. Walter Swinnen 052 25 27 15

Gebruik lichaamsmateriaal

Wanneer bij een patiënt lichaamsmateriaal (zoals weefsel) weggenomen wordt voor onderzoek en diagnosestelling, blijven soms stukjes materiaal over. Deze reststukjes kunnen soms zinvol gebruikt worden in wetenschappelijk onderzoek of in medische behandelingen.
Patiënten die bezwaar zouden hebben tegen een eventueel dergelijk gebruik van hun lichaamsmateriaal, dienen dit expliciet te melden aan hun behandelende arts, die hiervan nota zal maken in het patiëntendossier.

Reanimatiebeleid en DNR-code

In een ziekenhuis dienen vaak beslissingen genomen te worden over het al dan niet reanimeren van patiënten en over het al dan niet opstarten of afbouwen van andere behandelingen m.b.t. het levenseinde.
Op basis van internationale richtlijnen en in overleg met de Commissie Medische Ethiek is in az Sint-Blasius een reanimatiebeleid ontwikkeld, dat in het hele ziekenhuis wordt toegepast. De bedoeling van het beleid is te vermijden dat patiënten die in een medisch uitzichtloze situatie verkeren, nodeloos gereanimeerd worden of op de afdeling Intensieve Zorgen terechtkomen.

De wereldwijd gebruikte codes inzake reanimatie zijn de DNR-codes (DNR = 'Do Not Resuscitate', ofwel 'Reanimeer Niet'). Ook in az Sint-Blasius worden deze codes gehanteerd. Lees meer.

DNR 0 = geen therapiebeperking

Zo nodig wordt de patiënt gereanimeerd of worden andere levensverlengende behandelingen opgestart.
Wanneer aan een patiënt nog geen expliciete code is toegekend, geldt code 0.

DNR 1 = geen reanimatie

In deze situatie krijgt de patiënt alle nodige medische zorgen, maar in geval van een hartstilstand of het stilvallen van de ademhaling wordt geen reanimatie en/of geen kunstmatige beademing toegepast.
De bedoeling is te voorkomen dat terminale patiënten die getroffen worden door een hartstilstand nog zouden worden gereanimeerd.

DNR 2 = therapie niet uitbreiden

Deze code betekent géén uitbreiding van de bestaande medische zorgen, waarbij gespecificeerd wordt welke medische zorgen men medisch nutteloos acht en niet meer wil toedienen: vb. kunstmatige beademing, nierdialyse, kunstmatige vocht- en voedseltoediening,…
Doorgaans wordt deze beslissing genomen wanneer DNR 1 reeds van toepassing is. In sommige omstandigheden echter wordt soms beslist de therapie niet uit te breiden met bepaalde invasieve behandelingen, maar wel nog strikte reanimatie interventies te verrichten (bv. intubatie of defibrillatie).

DNR 3 = therapie afbouwen

 

Deze code betekent geen reanimatie, geen nieuwe therapie en bovendien het afbouwen van de bestaande medische zorgen, meestal wanneer het levenseinde naderend of onafwendbaar is (bv. stoppen van antibiotica, antistoltherapie, enz.).

 

Toepassing van de DNR-codes

Elke DNR-beslissing wordt door de behandelende arts genoteerd in het elektronisch patiëntendossier, zodat de code duidelijk is voor verpleegkundige(n) en artsen.

Ongeacht de DNR-code die werd toegekend, wordt in alle omstandigheden gestreefd naar optimale comforttherapie (= het behandelen van eventuele pijn, misselijkheid en ander ongemak).

Een beslissing tot niet-reanimeren of tot het onthouden of afbouwen van een behandeling is een moeilijke en belangrijke medische beslissing, waar nooit licht overheen gegaan zal worden. Daarom dient de beslissing genomen te worden door een arts die de patiënt, zijn toestand en het medisch dossier goed kent, bij voorkeur in overleg met de patiënt zelf en met één of meerdere collega's en/of de huisarts. Bovendien wordt het sterk aanbevolen dat de DNR-code besproken wordt met de familie en de patiënt zelf, indien diens draagkracht dit toelaat. Enkel als het meedelen van dergelijke informatie een ernstig gezondheidsrisico inhoudt voor de patiënt, kan het achterhouden van deze informatie aangewezen zijn. 
Het is evenwel een verkeerde opvatting dat de patiënt en/of de familie altijd het laatste woord heeft in deze beslissing. Medisch handelen dat in de ogen van de behandelende arts zinloos is, kan  door niemand afgedwongen worden. Wel dient in geval van een meningsverschil de beslissing van de artsen tijdig gecommuniceerd te worden, zodat de patiënt nog de kans heeft om zich desnoods tot andere artsen te wenden.

Een code kan op elk ogenblik worden herroepen: nieuwe elementen in de evolutie van de gezondheidstoestand, of nieuwe beschouwingen over de best aan te nemen houding, kunnen het wenselijk maken de code aan te passen. 

De DNR-code vervalt bij ontslag uit het ziekenhuis, wanneer de patiënt terugkeert naar huis, naar een woonzorgcentrum of een andere zorginstelling. 
Wel wordt de DNR-beslissing die tijdens de hospitalisatie genomen werd, meegedeeld aan de nieuwe behandelende (huis)arts, die deze DNR-beslissing dient te evalueren in functie van de medische toestand in de nieuwe omgeving. Na deze evaluatie kan de nieuwe behandelende (huis)arts de DNR-code eventueel aanpassen óf annuleren en het besluit met de patiënt bespreken.


Het recht op kwalitatieve, en dus ook ethische weloverwogen zorg, met respect voor ieders geloof of levensbeschouwelijke overtuiging, is één van de patiëntenrechten. Lees meer.

Commissie voor Medische Ethiek

De lokale Commissie voor Medische Ethiek heeft een tweevoudige opdracht

  • begeleiding en raadgeving in algemene medisch-ethische vraagstukken; ondersteuning in individuele casuïstiek (= begeleidingscommissie)
  • bindend advies over klinische studies bij patiënten (=toetsingscommissie)

De Commissie voor Medische Ethiek is een bij wet verplicht orgaan (artikel 70 ter van de Gecoördineerde Wet op de Ziekenhuizen). De leden van de Commissie worden overeenkomstig het KB van 12 augustus 1994 aangewezen door de raad van bestuur van het ziekenhuis. 

Wie kan een ethische vraag richten tot de Commissie voor Medische Ethiek?

  • alle artsen en medewerkers van az Sint-Blasius
  • huisartsen
  • patiënten en hun naasten
  • directie 
  • raad van bestuur

De anonimiteit van de vraagsteller wordt expliciet gewaarborgd; deze geheimhouding is juridisch verplicht. 

Contactinformatie
Commissie voor medische ethiek

voorzitter: dr. Sabine Serry

secretaris: Els Vanthoor en Nele De Wert

cme@azsintblasius.be

Veilige zorg

Onze artsen en medewerkers doen er alles aan om uw verblijf in het ziekenhuis veilig te laten verlopen. Opdat ons patiëntveiligheidsprogramma efficiënt zou zijn, wensen wij u zo goed mogelijk hierover te informeren en willen wij u actief betrekken in uw zorgproces.

Het patiëntveiligheidsprogramma is gesteund op internationale richtlijnen en bevat onder meer volgende elementen:

Patiëntenidentificatie

Een zorgvuldige identificatie draagt bij aan uw veiligheid. Daarom krijgt u vanaf de eerste opnamedag een identificatiepolsbandje. Kijk na of deze gegevens juist zijn. Verwijder het bandje niet! Wanneer u geen identificatiebandje heeft, vraag er dan naar bij een verpleegkundige.

Veilig geneesmiddelenbeleid

Het ziekenhuis wil elk risico bij het voorschrijven en toedienen van medicatie voorkomen. Artsen, verpleegkundigen en apothekers werken in een centraal dossier. Zo worden risico's vermeden bij het doorgeven en bijsturen van opdrachten en wordt een multidisciplinaire aanpak mogelijk. Bij uw ontslag wordt een totaaloverzicht van uw ontslagmedicatie samengesteld en aan uzelf en uw huisarts bezorgd.

Preventie van ziekenhuisinfecties

Een goede hygiëne is zeer belangrijk om infecties te voorkomen. Was uw handen grondig, minstens voor en na de maaltijd, na gebruik van het toilet, voor u de kamer verlaat en voor en na contact met bezoekers of medepatiënten. Drink niet uit hetzelfde glas of kopje als uw bezoekers en laat niemand anders uw persoonlijke voorwerpen gebruiken (kam, scheerapparaat, tandenborstel, handdoek,.. ).

Herinner ook uw bezoekers en zelfs uw zorgverleners eraan dat ze de handen wassen voor ze met u in contact komen!

Het az Sint-Blasius voert een strikt beleid (via opleidingen, richtlijnen en een strikte handhygiëne) om overdracht van kiemen tussen patiënten te voorkomen. Wanneer u bij uw opname in het ziekenhuis mogelijk drager bent van de ziekenhuisbacterie (MRSA) of bacteriën in de darmen (CPE), dan onderzoeken we dit zo snel mogelijk. Dit is noodzakelijk voor de veiligheid van uzelf en van andere patiënten. Deze onderzoeken worden aangerekend via uw opnamefactuur.

 

Valpreventie

Valpartijen hebben soms ernstige gevolgen, daarom doen we er alles aan om deze zo veel mogelijk te vermijden. Tijdens een ziekenhuisopname neemt de kans op vallen toe en dit niet alleen bij ouderen. De kans wordt groter door ziekte, door bepaalde medicatie of behandelingen of door een verminderde mobiliteit (bv. bij het gebruik van krukken). Met wat geluk houdt u aan een val alleen een schaafwonde of een blauwe plek over, maar soms zijn de gevolgen ernstiger. Daarom is het belangrijk om te voorkomen dat u valt.

Indien u vóór uw opname ook af en toe viel, moet u extra voorzichtig zijn. Spreek er eerlijk over wanneer we er u naar vragen. Valpartijen hebben soms ernstige gevolgen, daarom doen we er alles aan om deze zo veel mogelijk te vermijden. Meld het ons zeker vóór de start van uw raadpleging of onderzoek wanneer u.

 

Wat kunt ú doen om mee uw veiligheid te verzekeren?

Als patiënt kunt u helpen om uw verblijf in het ziekenhuis zo veilig mogelijk te maken (klik op onderstaande raadgevingen voor meer informatie).

Geef alle informatie over uw gezondheidstoestand en eventuele allergieën; houd geen informatie achter

Bereid u goed voor op het gesprek met uw arts of de verpleegkundige voor én na een ingreep of onderzoek. U zet best al uw vragen op papier. Vertel uw arts of de verpleegkundige hoe u zich voelt en zeg het als uw algemene toestand tijdens uw opname verbetert of achteruit gaat. Meld alle allergieën waarvan u weet hebt, bv. bepaalde voedingsstoffen, latex, antibiotica, contraststoffen,...

Zeg het als u iets niet begrijpt

Durf de nodige vragen te stellen wanneer iets niet duidelijk is of als u ergens over twijfelt.
Vraag informatie over de voorgeschreven behandeling of over de onderzoeken die u zal ondergaan.
Vraag door tot het u echt duidelijk is. Vraag:

  • 'Waarom krijg ik dit?
  • Hoe moet ik het gebruiken?
  • Hoelang mag ik het gebruiken?
  • Kunnen er bijwerkingen optreden en wat doe ik dan best?'

Bespreek vooraf het verloop van uw ingreep of onderzoek

Bereid u samen met uw arts en verpleegkundige goed voor op de ingreep of het onderzoek. U kan de arts vragen om met een tekening op uw huid duidelijk te maken waar en hoe de ingreep precies plaats zal vinden. Lees ook aandachtig de informatiebrochure over de ingreep of het onderzoek. Vraag:

  • 'Moet ik nuchter blijven?
  • Hoe lang zal de ingreep of het onderzoek ongeveer duren?
  • Hoe zal ik mij na de ingreep voelen?

Schrijf op welke geneesmiddelen u gebruikt en stel vragen als de medicatie in het ziekenhuis er anders uitzien dan u verwacht

Bij een ziekenhuisopname moeten onze zorgverleners een juist overzicht krijgen van alle geneesmiddelen die u thuis regelmatig inneemt. Breng daarom een actueel medicatieoverzicht en de medicatie in de originele verpakking mee bij uw opname. Bij een onverwachte opname kan u dit aan een familielid vragen. Denk o.a. aan bloedverdunners, slaapmedicatie, pijnstillers, oogdruppels, zalven, spuitjes en puffers. Vergeet de medicatie niet die u slechts 1 keer per week of maand inneemt of enkel als het nodig is, met of zonder voorschrift.
Steek al deze medicatie in 1 zakje en geef het aan een verpleegkundige van de afdeling waar u bent opgenomen. Voeg er een overzicht bij met

  • de naam (bv. Dafalgan)
  • dosis (bv. 1 gram)
  • de wijze waarop u het inneemt (bv. inslikken, inspuiten, inademen)
  • hoe vaak u het inneemt (bv. 3x/dag).

Tijdens uw ziekenhuisverblijf schakelt uw behandelende arts over op de medicatie die uit onze eigen apotheek komt. Alleen op die manier zijn we er zeker van, dat u medicatie krijgt die op de juiste manier bewaard werd en dus in alle veiligheid kan toegediend worden. Uw thuismedicatie kan (tijdelijk) aangepast worden om operaties of behandelingen niet te verstoren of omdat bepaalde geneesmiddelen niet samen mogen ingenomen worden.

Wanneer u allergisch bent aan bepaalde geneesmiddelen, contraststoffen of voedingsstoffen, dan moet u dat zeker melden. Weiger medicatie en voedingsmiddelen waarvan u weet dat u er allergisch aan bent. Ziet uw medicatie er anders uit dan verwacht of heeft u twijfels over de medicatie die u krijgt?
Vraag dan meteen uitleg.

Tips voor veilig geneesmiddelengebruik

Als u ziek bent of ouder wordt, moet u vaak verschillende geneesmiddelen innemen. Als u deze op een goede manier gebruikt, kunnen ze de kwaliteit van uw leven verbeteren. Maar hoe meer geneesmiddelen u neemt, hoe groter de kans op bijwerkingen, zoals duizeligheid of slaperigheid.
Via deze link (pdf) geven u daarom graag enkele tips voor een veilig geneesmiddelengebruik.

Een val voorkomen

Wat kan u zelf doen om niet te vallen tijdens uw verblijf in het ziekenhuis?

  • Kom voorzichtig uit bed, blijf even op de rand zitten.
  • Gebruik een bril wanneer u slecht ziet.
  • Steek het licht aan indien nodig (vooral ‘s nachts).
  • Draag goed aansluitende pantoffels of schoenen, zonder gladde zolen. U kan een familielid vragen om dit mee te brengen. U kan ook veilig schoeisel aankopen in het ziekenhuis. Vraag ernaar bij de verpleegkundigen op uw zorgafdeling.
  • Stap niet rond op blote voeten of kousen.
  • Vraag hulp aan een zorgverlener indien u onzeker bent
  • Bent u bang om te vallen? Praat erover met uw kinesitherapeut, ergotherapeut of arts.

Bij een raadpleging of onderzoek
Meld ons vóór de start van uw raadpleging of onderzoek wanneer u

  • recent bent gevallen
  • angst heeft om te vallen 
  • hulpmiddelen gebruikt om u te verplaatsen
  • soms duizelig bent of wankel op de benen staat
  • slechtziend bent

Neem ook de tijd om recht te staan wanneer de dokter of verpleegkundige u komt roepen in de wachtzaal.

Volg de richtlijnen en adviezen goed op

Houd u aan de aanbevelingen van de arts of verpleegkundige. Vraag wat u wel of niet mag doen. Vraag zo nodig om hulp. Bent u van mening dat u tegenstrijdige informatie ontvangt van verschillende zorgverleners? Laat dat dan gerust weten en vraag bij wie u best terecht kan met uw vragen.

Wij wensen u een prettig verblijf en spoedig herstel!

az Sint-Blasius als opleidingscentrum

Als ziekenhuis vinden wij het belangrijk om bij te dragen bij de vorming van de volgende generatie zorgverstrekkers.
Daarom begeleiden we in ons ziekenhuis assistent-specialisten en stagiair-artsen, alsook stagiairs in verpleegkunde, kinesitherapie, dieetkunde, ergotherapie, logopedie edm. 
Zij zullen samenwerken met de vaste stafleden bij uw verzorging.