Conisatie van de baarmoederhals
Een conisatie is een kleine operatie waarbij de gynaecoloog een stukje weefsel van de baarmoedermond wegneemt. Deze ingreep gebeurt meestal wanneer er sprake is van een verstoorde opbouw van weefselcellen (= dysplasie, veroorzaakt door het HPV-virus: humaan papillomavirus). Om een verdere woekering van deze cellen te voorkomen, neemt de gynaecoloog het zieke slijmvlies weg. De ingreep duurt ongeveer 20 minuten. Ze vindt plaats in het dagziekenhuis. Je hoeft dus niet te overnachten in het ziekenhuis.
Voorbereiding
- Je krijgt via de post een informatiebundel met een brochure en vragenlijsten (één voor jezelf en één voor je huisarts).
- Je moet een aantal uren voor de ingreep nuchter blijven (niet eten noch drinken). Onze onthaalmedewerkers zullen jou bellen, de dag voor de ingreep, om je te zeggen hoe laat de ingreep zal plaatsvinden en vanaf hoe laat je nuchter moet blijven.
De ingreep kan niet plaatsvinden:
- bij infectie van vagina of baarmoederhals
- tijdens de zwangerschap, tenzij in uitzonderlijke omstandigheden.
Indien je menstrueert op de dag voor de geplande ingreep, neem dan contact op met je gynaecoloog. Hij/zij zal beoordelen of het nodig is de ingreep uit te stellen.
Verloop van de ingreep
- Na je inschrijving aan het onthaal trek je in de kleedkamer een operatiehemd aan en stap je zelf tot in de operatiezaal. Je gaat liggen op de operatietafel en wordt toegedekt met een warm dekentje.
- Vervolgens brengt de anesthesist je in slaap. Je krijgt dus een algemene verdoving.
- De gynaecoloog plaatst een speculum in de schede, waardoor de baarmoederhals zichtbaar wordt. Met de microscoop (= colposcoop) kijkt hij/zij nogmaals goed en duidt de operatiezone aan door een kleuring.
- Met een lusvormige schroeidraad wordt een kegelvormig stukje van de baarmoederhalsoppervlakte verwijderd. Dit stukje wordt naar de patholoog verstuurd voor verder microscopisch onderzoek. Daarna stelpt de gynaecoloog de bloeding. Hiermee is de operatie beëindigd.
- Je wordt wakker in de ontwaakzaal. De verpleegkundigen volgen je parameters op (hartslag, bloeddruk, …). De anesthesist komt kijken hoe het met je gaat.
- Wanneer je voldoende wakker bent, brengt de verpleegkundige je naar het naverblijf, waar je verder kan rusten. De gynaecoloog komt kijken hoe het met je gaat. Indien je vragen hebt, kan je ze gerust stellen.
- Als je je goed voelt en weinig bloedverlies hebt, mag je enkele uren na de ingreep naar huis
Verblijf op de afdeling nazorg
Je verblijft na de ingreep ongeveer 2 uur (eventueel langer indien noodzakelijk) op de afdeling nazorg. Hier ben je onder toezicht van een verpleegkundige in verband met de mogelijke kans op nabloedingen. De gynaecoloog komt nog even bij je langs.
Hij/zij informeert je over
- de resultaten van de ingreep
- het verdere verloop na de ingreep
- bepaalt wanneer je naar huis mag
Indien je een ingreep onder algemene verdoving onderging, hou dan rekening met volgende richtlijnen:
- Bij het verlaten van het ziekenhuis moet een persoon je begeleiden.
- De eerste 24 uur na de ingreep mag je niet alleen blijven.
- Na een algemene verdoving kan je je wat slaperig, ijl of duizelig voelen. Daarom mag je de eerste 24 uur geen voertuigen besturen.
- Na een algemene verdoving start je geleidelijk aan met voeding.
Voeding
Op de dienst nazorg krijg je wat te drinken. Thuis mag je een lichte maaltijd nemen. De dag na je ingreep mag je terug gewoon eten.
Medicatie
Vanuit het ziekenhuis krijg je pijnstilling mee. Deze kan je starten volgens noodzaak van zodra je thuis bent, best met inname van voedsel. Je krijgt een aparte folder over pijnmedicatie mee naar huis. Neem je bloedverdunnende medicatie? Bespreek dit met je behandelende arts.
De eerste dagen na de ingreep
- Bloedverlies is normaal tot 10 dagen na de ingreep. Het kan wel variëren qua duur en/of hoeveelheid. Hiervoor is maandverband voldoende. Mocht de hoeveelheid je ongerust maken, of indien het bloedverlies een slechte geur heeft, neem dan contact op met je gynaecoloog.
- Soms kan je last hebben van buikkrampen en lichte menstruatiepijnen. Een lichte pijnstiller kan hierbij helpen.
- In de eerste drie weken - en zolang je bloedverlies hebt - vermijd je best lokaal contact met de baarmoederhals: geen vaginale tampons, geen seksueel contact, niet zwemmen. Neem een douche in plaats van een bad.
- Neem contact op met je huisarts of je gynaecoloog bij:
- koorts (↑ 38°C)
- aanhoudende pijn, zelfs na de voorgestelde pijnstilling
- hevig vaginaal bloedverlies
Maak een afspraak bij je gynaecoloog voor een controle 6 weken na de ingreep. Bij deze gelegenheid wordt een nieuw uitstrijkje genomen. Wanneer je niet aanwezig kan zijn op deze afspraak, laat het ons dan tijdig weten (24 uur vooraf). Zo voorkom je dat wij je een annulatierekening moeten sturen.
Resultaat van het weefselonderzoek
Het resultaat ken je na 1 à 2 weken. Hiervoor bel je naar je gynaecoloog. Hij/zij zal ook een verslag sturen naar je huisarts.
Nuttige telefoonnummers
- 052 25 22 00 | Chirurgisch dagcentrum
- 052 25 25 25 | Spoedafdeling
Wanneer je, eenmaal terug thuis, als gevolg van de ingreep problemen ervaart of wanneer je extra vragen hebt, richt je je best tot je huisarts of de huisarts van wacht. Indien deze het nodig acht, zal hij/zij je eventueel doorverwijzen.